Soigneur Sanne Roozemond combineert hobby en werk voor droombaan bij de koers

Het leven van een wielerverzorger gaat over veel meer dan masseren en met bidons langs de kant van de weg staan. Zo zijn de dagen van Team SD Worx-Protime-soigneur Sanne Roozemond in deze Tour de France Femmes avec Zwift lang en pittig, maar dat maakt de Berkelse niets uit, zolang het de rensters maar aan niets ontbreekt. We volgden haar tijdens de snikhete eerste etappe van Rotterdam naar Den Haag.

Op het moment dat haar ploeg Team SD Worx-Protime aan de duizenden toeschouwers bij het Depot Boijmans Van Beuningen wordt voorgesteld, heeft Sanne Roozemond andere prioriteiten dan applaudisseren voor haar meiden. De ex-renster uit Berkel en Rodenrijs staat namelijk voorover gebukt een enorme koelbox in de kofferbak van de teamwagen te vullen met een karrenvracht aan bidons, die op deze enorm warme dag de coureurs moeten verkoelen. “We blijven niet tot de start”, zegt ze op ferme, maar vriendelijke toon. “Want dan wil iedereen weg en kun je vast komen te staan in het verkeer.”

Verzorgingsplekken plannen
Vandaag zijn er een vijftal stoppunten onderweg voor Sanne en haar collega- en naamgenoot Sanne Fictoor. Normaliter zijn ze altijd met twee soigneurs in etappekoersen, maar voor de Tour de France Femmes is dit aantal verdubbeld. Met de routeplanner als gids rijden we via de Maastunnel richting Voorne-Putten, waar de eerste verzorgingsplek gepland is. “Vroeger werden deze plaatsen door de organisatie aangegeven”, legt ze uit. “Maar dat zie je steeds minder. Dus zoekt iedereen een eigen plek waar ze denken dat ze hun ploeg het best kunnen bevoorraden. De rensters krijgen alle info over waar we staan toch wel door in hun oortjes.”

Langs het kanaal tussen Abbenbroek en Hellevoetsluis is zo’n ogenschijnlijk perfecte stop. Vlakbij een ophaalbrug wordt de auto geparkeerd, waarna met de koelbox een stukje richting de vestingstad te wandelen en een mooie – lees brede – plek uit te zoeken. “En nu begint het wachten”, zegt ze met een glimlach. “In sommige koersen, zoals in Italië, sta je zowat een uur langs de weg voordat de karavaan komt. Andere keren moet je haasten en een sprintje trekken, omdat je anders de rensters mist.” Hoewel beide Sannes denken dat er weinig meiden een bidon met ijspanty, die de rensters in de nek kunnen leggen om te koelen, zullen grijpen omdat er hard gereden wordt, pakken er toch drie rensters aan. “Dan moet het wel heel warm zijn en ze weinig tijd hebben om naar de auto te gaan voor drinken.”

Droombaan na het koersen
Onderweg naar het tweede verzorgingspunt legt Sanne uit hoe ze ooit in dit wereldje rolde en haar droombaan vond. “Ik fietste natuurlijk zelf al, maar tijdens de coronaperiode ben ik gestopt. Dat kwam ook omdat ik toen fysiotherapie studeerde en minder tijd had om te trainen. Ik dacht toen: waarom ga ik mijn werk en hobby niet combineren? Dus heb ik Danny (Stam, ploegmanager van Team SD Worx-Protime red.) een berichtje gestuurd en mocht ik op proef een keer mee. Dat was zo leuk dat ik nu al twee jaar bij de ploeg zit en eigenlijk zoveel mogelijk met de koers mee wil.”

Luilekkerlandbestaan
Die droombaan is overigens geen luilekkerlandbestaan, want soigneurs maken lange dagen. “Het begint eigenlijk de avond voor de etappe al”, legt ze uit. “Dan maken we de bidons en ijspanty’s klaar en leggen die in de vriezer zodat ze heel koud worden. In de ochtend halen we ze eruit om mee te nemen in de wedstrijd. Eenmaal bij de koers aangekomen is het vooral die meiden een beetje verzorgen. Dan gaan we op pad voor de verzorging en gaat een van ons op het einde naar de finish om daar de rensters op te vangen. Wanneer we met de touringcar terug zijn in het hotel, wordt er gemasseerd en begint het hele spel opnieuw.”

Finish missen
Vandaag is het Sannes beurt om naar de finishzone te gaan, maar doordat de ander soigneurs een verzorgingspunt missen, moeten we van de ploegleiding wachten om nog een laatste bidon aan te reiken voor de finale. “Ook dit is het leven van een soigneur”, zegt ze met een glimlach, terwijl de ijskoude bidons in de Haagse buurt Moerwijk nog eenmaal uit de koelbox gaan. Omdat de finale in volle gang is, lukt het niet meer om voor het peloton te komen en dus hobbelen we achter de bezemwagen richting finish. De stemming in de auto is opperbest, want Lorena Wiebes is de grote favoriet voor ritwinst, maar deze slaat snel om als de Team SD Worx-Protime-kopvrouw in het achterwiel gereden wordt en niet mee kan sprinten.

Het zorgt voor een kreet van verbijstering, maar ook meteen het besef dat de koers nog een week doorgaat en er morgen weer een kans komt. “Lorena is niet iemand die lang in de put zit. Natuurlijk baalt ze nu enorm. Dit was een unieke kans op ritzege en geel in eigen land, maar zij is altijd de eerste die de knop omdraait en er de dag nadien weer vol voor gaat.” Eenmaal bij de andere ploegwagens aangekomen gaat iedereen weer meteen in werkmodus en gaan de eerste rensters in tweetallen richting hotel voor de massage. Het afscheid met Sanne blijft bij een vluchtige zwaai en ’tot morgen’. Het leven van een soigneur dendert immers altijd door: Prepare bidons – give bidons – massage riders – sleep and repeat. 

Ga naar de inhoud